Vertaal
Vertalingen schotels garneren NL>DE
schotels garneren (ww.) aufmachen (ww.) ; dekorieren (ww.) ; feinmachen (ww.) ; fertigmachen (ww.) ; fertigstellen (ww.) ; garnieren (ww.) ; gestalten (ww.) ; verzieren (ww.) ; vollenden (ww.) ; zieren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `schotels garneren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afwerken
NL: opmaken
NL: opsmukken
NL: versieren